
Het Gouden Ei
Op deze pagina heb ik mijn derde boek verwerkt. Hierin vind je een boekverslag, verwerkingsopdracht (toets thema & motieven), recensies en eigen mening over het boek.
In het boekverslag hieronder vindt u ook alle algemene gegevens over het boek.
Het Gouden Ei gaat over het kwijtraken van iemand van wie je zielsveel houdt. Zo raakt Rex (hoofdpersoon) zijn vriendin kwijt. Dit gebeurt allemaal op mysterieuze wijze. Rex denkt nog vaak aan haar en krijgt ineens dezelfde droom die zij beschreef toen ze kleiner was. Dit was voor hem de aanleiding om het er niet bij te laten.
Ondertitel : niet van toepassing
verschenen in : 1984
aantal blz. : 98
leestijd : ± 4uur
uitgelezen op : 24 april 2015
De hoofdpersoon in het boek is Rex Hofman. Samen met zijn vriendin Saskia Elhvist gaat hij in 1975 op vakantie naar Frankrijk. Onderweg stoppen ze bij een benzinestation. Nadat ze een ruzietje goed hebben gemaakt gaat Saskia wat te drinken kopen in het benzinestation. Intussen beseft Rex hoeveel hij eigenlijk van haar houdt, hij wil haar nooit meer kwijt. Maar Saskia blijft heel lang weg en als Rex haar gaat zoeken, blijkt ze spoorloos verdwenen te zijn. Een grote zoekactie wordt ingezet, maar Saskia blijft spoorloos.Dan gaat het verhaal 8 jaar later weer verder. Rex heeft intussen een nieuwe vriendin, Lineke, met wie hij samen op vakantie is in Italië. Onder een partijtje badminton krijgt Rex de gedachte om met Lineke te gaan trouwen, En Lineke krijgt die gedachte ook.. Maar als hij haar ’s avonds ten huwelijk blijkt toch dat Saskia nog tussen hen in staat en ze besluiten om toch nog niet te gaan trouwen. Die nacht heeft Rex een nachtmerrie die ook Saskia eens had toen ze nog jong was. Rex zit opgesloten in een gouden ei dat door de ruimte vliegt. Hij moet er voor eeuwig in blijven en alleen als het andere gouden ei dat door de ruimte vliegt hem raakt, zal hij sterven en is hij uit zijn lijden verlost.Dan gaat het verhaal weer 8 jaar terug. Het gaat in dit hoofdstuk over de persoon Raymond Lemorne, de ontvoerder en moordenaar van Saskia. Er wordt beschreven dat toen Raymond eens een meisje van de verdrinkingsdood had gered, hij bij zichzelf bedacht dat het heel makkelijk was om ongestraft een misdaad te plegen. Deze zieke gedachte gaat hij steeds verder uitwerken. Hij koopt een afgelegen huisje, een pistool en een fles gif. Ook bedenkt hij hoe en waar hij het vrouwelijke slachtoffer gaat pakken. Zo bedenkt hij een truc dat hij zijn arm in een mitella doet, bij een druk benzinestation gaat staan en aan een jonge vrouw vraagt of ze misschien even wil helpen met zijn aanhangwagentje te koppelen. Ondertussen zal hij de vrouw bedwelmen en haar ontvoeren. Tijdens dit plan vermoordt hij ook nog tussen door 2 onschuldige kampeerders. Zijn plan mislukt steeds, totdat hij Saskia tegenkomt. Voor ze het weet heeft hij haar in de auto bedwelmd en haar meegenomen. En wordt er beschreven hoe ze is vermoord.Dan gaat het verhaal weer 8 jaar verder. Rex en Lineke zijn terug van vakantie. Door het huwelijksaanzoek en de nachtmerrie, besluit Rex, als een soort eerbetoon aan Saskia, een grote reclamecampagne te houden in Franse bladen. Eerst krijgt hij geen serieuze reacties hierop, maar na een tijdje komt er een 50 jaar oude man naar hem toe (Raymond Lemorne), die vertelt dat hij weet wat er met Saskia is gebeurd. Hij vertelt dat ze dood is. Hij wil het Rex, die de man herkend van een foto genomen van het benzinestation waar hij met een mitella voor de ingang stond, wel uitleggen hoe ze is vermoord, maar alleen door hetzelfde met hem te doen. Rex twijfelt, maar gaat toch mee, uit liefde voor Saskia. Ze rijden naar het benzinestation, waar Lemorne precies de situatie naspeelt zoals bij Saskia. Rex neemt ook het slaapmiddel in. Als hij weer wakker wordt merkt hij dat hij levend begraven is in een kleine kist. Het boek eindigt dat Lineke Rex als vermist opgeeft. Er komt een maandenlange speurtocht, maar die levert niets op. Net als Saskia 8 jaar terug, is Rex nu ook van de aardbodem verdwenen.
vertelde tijd: 8 jaar (tussen de verdwijning van Saskia en de verdwijning van Rex, zit 8 jaar).
verteltijd: 4 uur neemt het in beslag om het hard op voor te lezen. Niet chronologisch, In het boek komen flashbacks en flashforwards voor. Het is echter niet moeilijk om deze uit elkaar te houden, omdat dit steeds per hoofdstuk gebeurt. De tijd veranderd steeds per hoofdstuk. In hoofdstuk twee heeft Rex alweer een nieuwe vriendin (Lieneke) na Saskia, terwijl in hoofdstuk drie Lemorne aan het oefenen is om Saskia te ontvoeren. De tijd versnelt af en toe erg, maar het is goed te doen al die tijdverschillen uit elkaar te houden. "In 1950 was Raymond Lemorne zestien jaar. (…) Het duurde eenentwintig jaar voor er weer iets dergelijks bij Lemorne opkwam". - het verhaal speelt zich af op een benzine station- 8 jaar later op vakantie met Lieneke- 8 jaar terug het vakantie huisje en het benzinestation- 8 jaar verder op het kantoor van Rex, benzinestation, vakantiehuisje,doodskist.
Het verhaal wordt vanuit het vertellers perspectief, ook wel auctoriaal verteller genoemd. Hij vertelt niet alleen over het leven en de gedachten van Rex maar ook hoe de ontvoerder zich voelt en wat er in hem om gaat. De verteller vertelt het gevoel en de gedachten van de dader en het slachtoffer beide. Enkele thema’s uit dit boek zijn:liefde (de liefde tussen Rex en Saskia en Rex en Lieneke)onzekerheid (de twijfel bij Rex over leven of dood van Saskia)moord (de moord op Saskia en later ook op Rex)claustrofobie (de nachtmerries over het gouden ei) Enkele motieven uit dit boek zijn:De droom : de droom over het gouden ei. De liefde : de onvergetelijke liefde tussen Saskia en Rex. De dood : de raadselachtige verdwijning van Saskia.Vakantie : de vakantie van Rex en Saskia, waar Saskia uiteindelijk ook verdwijnt.Het kwade : het kwade van Lemorne om Saskia te ontvoeren.Rex Hofman:Rex is een rustige man die veel nadenkt over de dingen in het leven. Hij houd er veel van geheugen- en woordspelletjes. Hij vindt het ook erg leuk om Saskia te plagen. Aan een aantal dingen van Saskia eriteerd hij zich enorm en soms kan hij zich niet goed beheersen. Later heeft hij daar altijd spijt van. Hij bedenkt zich regelmatig hoeveel hij van haar houdt, en kan zich al 4 jaar niet voorstellen dat hij haar echt heeft.. Hij heeft het er dan ook erg moeilijk mee dat Saskia opeens verdwenen is. Zelfs als hij een nieuwe vriendin heeft denkt hij nog bijna elke dag aan Saskia. Aan het einde van het boek ontmoet hij Lemorne, die zegt dat hij weet wat er met Saskia is gebeurd. Rex komt dat echter alleen maar te weten als hij het zelf ondervind, en gaat dus uiteindelijk, op de zelfde manier als Saskia dood. Rex verandert niet zoveel in het verhaal. Hij wordt alleen wat serieuzer. Wat uiterlijk betreft weten wij eigenlijk niets over hem. Saskia Ehlvest:Saskia is negen jaar jonger dan Rex. Ze heeft last van claustrofobie en Toen ze klein was had ze eens gedroomd dat ze opgesloten zat in een gouden ei dat door het heelal vloog. Alles was zwart, er waren niet eens sterren, ze zou er altijd moeten zitten, en ze kon niet doodgaan. Er was maar n hoop. Er vloog nog zo’n Gouden Ei door de ruimte, als ze tegen elkaar zouden komen, zouden ze allebei vernietigd zijn, dan was het afgelopen. Maar het heelal was zo groot.” Saskia is een beetje een apart meisje, met vreemde ideeën. Zo wilde ze op alle plekken waar ze met Rex wat moois had meegemaakt een muntje leggen, zo ook op het “beruchte” tankstation. Saskia had roodgespoeld wriemelhaar, veel sproetjes en Rex vond haar een baldadig uitstraling hebben. Vroeg in het verhaal wordt ze al ontvoerd, dus we weten niet zoveel van haar. Lieneke: Lieneke is de vriendin van Rex. Hij vraagt haar ten huwelijk, maar die avond nog krijgt Rex een nachtmerrie over het gouden ei. Deze nachtmerrie heeft Saskia ook gehad en zo weet Rex dat Saskia altijd tussen hen in zal blijven staan. Lieneke respecteerde het gemis dat Rex nog steeds heeft bij de gedachten aan Saskia. De enige rol die lieneke in het verhaal speelt is de vriendin van Rex, maar ze heeft verder niet echt wat ondernomen. Raymond Lemorne: Lemorne (zo wordt hij steeds in het boek genoemd) is een Franse scheikundeleraar. Als we voor het eerst over hem lezen is hij 16 jaar oud en vraagt hij zich af hoe het is om van het balkon af te vallen. Hij is dus een beetje vreemd en doet wat in hem opkomt, wel denkt hij er eerst goed over na. Hij gaat eerst zijn rare stunts analyseren. Hij is dus naar beneden gesprongen om dat uiteindelijk zelf te ervaren. Daarna lag hij 6 weken in het ziekenhuis en ook hier dacht hij weer hard na over zijn sprong. Later redt hij een kind van de verdrinkingsdood, maar terwijl hij dat doet vraagt hij zich af of hij ook een misdaad kan plegen. “Maar zou ik nu ook in staat zijn om een misdaad te plegen?’ Hij stelde zich de gruwelijkste daad voor die hij zo gauw kon verzinnen. Bij hem was het zo dat het krijgen van een gedachten hem minstens verplichten tot het werkelijk uitvoeren van deze gedachten. Hij besluit dus om het te proberen. Als scheikundeleraar kon hij makkelijk aan grondstoffen voor chloroform komen Hij besloot het in het vakantie huisje allemaal uit te gaan voeren. Hij oefent een paar keer en dan lukt het hem Saskia te ontvoeren. Later geeft hij Rex de kans hetzelfde te ondergaan als Saskia om zo te weten te komen wat er Saskia gebeurd is. Inmiddels is hij dan 49 jaar, getrouwd en heeft dan 2 kinderen. Van zijn uiterlijk zijn we niets te weten gekomen. Ik vind hem alleen wel een beetje psychisch gestoord, om zo met mensen om te gaan. Bovendien is het vreemd dat je alles doet wat ook maar in je opkomt. Ik vind het raar dat zijn vrouw en kinderen Lemorne niet doorhadden. Met de smoes dat hij het huisje wat wilde opknappen lukte het hem steeds om weg te gaan, naar het huisje, of naar het benzinestation toe.
Titelverklaring:”Het gouden ei” slaat op een droom die Saskia ooit had, over een ruimteschip in de vorm van “een gouden ei” waar ze in opgesloten zat en wat doelloos rondzweeft in het heelal. Je kan niet doodgaan, alleen wanneer je tegen het andere ei dat ook in de ruimte rondzweeft bots, kan je weer vrij komen. Maar aangezien het heelal enorm groot is, is het haast onmogelijk te ontsnappen.
Iets over de schrijver: De Nederlandse schrijver Tim Krabbé is geboren op 13 april 1943 in Amsterdam. Hij heeft een tijdje gestudeerd aan de GU in Amsterdam en hij heeft ook wat geacteerd, maar van beroep is hij altijd al schrijver geweest. Hij is getrouwd geweest en heeft een zoon Esra. Zijn groot vader en vader zijn beroemde schilders en zijn broer Jeroen is een bekende is acteur en regisseur. Zijn moeder is filmvertaalster. Zijn romans zijn in 12 talen vertaald en 4 ervan zijn verfilmd. Een ervan is het gouden ei dat in 1988 werd verfilmd door Jos Sluiter. De boeken die ik heb geschreven zijn:De werkelijke moord op Kitty Duisenberg (1967) Flannagan, of het Einde van het Beest (1970) Red Dessert Penitentiary: een filmverhaal (1975) De renner (1978) De stad in het midden (verhalen) (1978) 43 wielerverhalen (1984) Het gouden ei (1984) De scherprechter van Korfoe (1989) De matador en andere verhalen (1991) Vertraging (1994) De paardentekenaar. De beste verhalen van Tim Krabbé (1995) Een mens leeft omdat hij geboren is (reisverslag) (1995) De verdwenen verdwijning (verhalen, gedeeltelijk eerder verschenen) (1997) De grot (1997) Verband tussen de schrijver en het boek het gouden ei: Tim Krabbé heeft erg veel fantasie en is een zeer levendig persoon. Dat merk je ook in het boek, de titel is ”het gouden ei” en is genoemd naar een nachtmerrie die Saskia had en dat maakt hij als titel en onderwerp in zijn boek. Verder kan je merken dat hij psychologie heeft gestudeerd aan het beschrijven van de zieke gedachten van Lemorne. Familie en liefde speelt ook een grote rol in het boek en aangezien hij een zoontje heeft en een vrouw heeft gehad, heeft hij ook gevoeld hoe het is van iemand te houden en deze ook weer kwijt te raken.
Bronverwijzing : http://www.scholieren.com/boekverslag/47173
Recensie 1 :
Recensie van Hans Vervoort in NRC-Handelsblad, 06-07-1984
Kort verhaal van Tim Krabbé: Het geweten uitgeschakeld
Het genre van de 'fantastische vertelling' wordt in Nederland niet veel beoefend. Ik heb het dan over verhalen waarin Esscher-achtige constructies voorkomen, gespeeld wordt met het gebrekkige waarnemingsvermogen van mensen, ik en hij-figuren in elkaar overgaan, de tijd achteruit loopt, en zo meer.
Bordewijks debuut, W. F. Hermans soms, Mulisch's Sergeant Belcampo, Johan Daisne, verder kom ik niet. En Rico Bulthuis natuurlijk, van wie ik ooit een fascinerend verhaal las waarbij de ik-figuur aan het slot zichzelf tegenkomt, op weg om het inmiddels vertelde verhaal te ondergaan, een tot in de eeuwigheid gesloten cirkel van herhaling van gebeurtenissen.
Tim Krabbé heeft met Het Gouden Ei een juweeltje aan dit korte lijstje toegevoegd. De hoofdpersoon is Rex Hofman, die met zijn vriendin Saskia op weg is naar een vakantiehuisje in Frankrijk. Als ze bij een pompstation pauzeren gaat Saskia naar het toilet, om niet meer terug te keren. Ze is in het niets verdwenen. Wat is er gebeurd? Zal ze ooit terugkeren? Rex' leven wordt daarna beheerst door dit raadsel. Het obsedeert hem zo dat hij, gesteld voor de keus tussen haar leven en een verklaring van haar verdwijning , voor het laatste zou kiezen. En uiteindelijk stelt hij dan ook zijn eigen leven in de waagschaal om achter de waarheid te komen.
Verder kan ik niet gaan met het navertellen van de inhoud van Het Gouden Ei, want het weggeven van de clou zou veel teniet doen van de spanning die Krabbé in het verhaal opbouwt. Gelukkig is er méér over het boek te vertellen, zonder verraad van het verhaal. In veel van Krabbé's werk staat observeren en manipuleren centraal, de glorie van het gepland bereiken van een beoogd doel, hoe zinloos dat op zich zelf ook is. Ook in De Renner (gebaseerd op zijn ervaringen als amateur-wielrenner) gaat het er vooral om hoe de geest het lichaam regeert, wat dat lichaam terugdoet, hoe de concurrenten in elkaar zitten.
Claustrofobie
In Het gouden ei wordt vooral gespeeld met het uitschakelen van het geweten, Rex Hofman houdt veel van zijn vriendin, maar gunt zich gedachten die daarmee in strijd zijn. Hij observeert haar koel, gebruikt haar voor kleine plagerijen, constateert bij zichzelf dat het hem zeer opwindt om slecht te zijn. De titel van het boek refereert aan een droom van Saskia waarin zij zich opgesloten weet in een gouden ei dat door de ruimte zweeft en waarin zij eeuwig zal moeten blijven zonder ooit te sterven. De bevrijding door de dood zal alleen komen als zij ooit opbotst tegen een ander gouden ei, maar die kans is klein.
Deze claustrofobie-droom kennend brengt Rex zijn vriendin toch in de situatie waarin die paniek moet optreden, hij geneert zich ervoor maar kan het niet laten. De uiteindelijke hoofdpersoon van het verhaal is degene die Saskia liet verdwijnen. Hij is het verlengstuk van Rex, een man bij wie het geweten uiteindelijk geen functie blijkt te hebben.
Stel, je bent een goed aangepast lid van de maatschappij en tijdens het jaarlijkse bedrijfsuitje sta je met een collega aan de rand van een diep ravijn. Het uitzicht is fraai, hij geniet ervan, maar intussen bekruipt je de gedachte: één duwtje en hij verdwijnt gillend in de afgrond. Gegarandeerd dood, geen getuigen in de buurt, risicovrije overtreding. Hoe zou je je voelen als je dat duwtje gaf? Schuldig of juist heel prettig opgewonden? Je weet het pas als je het doet.
Het Gouden Ei gaat in essentie over dit testen van het Superego, het uitproberen van het Kwade. Iedereen heeft een geweten dat hem vertelt wat hij wel of niet mag doen, op straffe van uitstoting uit de groep en op straffe van schuldgevoel. De meeste mensen komen er niet toe om uit te testen of die sanctie inderdaad volgt, of dat het een ingehamerde mythe is.
Krabbé's uiteindelijke hoofdpersoon doet het wel, hij volgt de impuls van zijn gedachten, en als hij zijn misdaad stap voor stap voorbereidt en ten slotte uitvoert, blijft het halt-bevel van zijn geweten uit en ook de wroeging.
Tim Krabbé heeft er een fascinerend verhaal van gemaakt, uitstekend geschreven, met goed getimede informatie en virtuoze tempowisselingen. Het risico dat het een te onwerkelijk verhaal zou worden heeft hij instinctief vermeden door het invlechten van alledaagse taferelen die de vertellingen steeds ferm in de werkelijkheid terugzetten. Als pompstationhouders in Frankrijk dit jaar klagen over teruglopende omzet, ligt de verklaring voor de hand.
Bronverwijzing : http://www.hansvervoort.nl/index.php?page=3&articleId=30
Recensie 2 :
ONNO BLOM − 14/11/97, 00:00
RECENSIE Hoezeer de techniek van de suspense tot in de naden van Tim Krabbés stijl is doorgesijpeld, blijkt al meteen in de eerste regel van 'De grot'. “Na ongeveer een kilometer, zoals hem was gezegd, zag hij het”, luidt de zin, waarmee de schrijver zich introduceert. Het? Wat is 'het'? In de tweede zin, zonder een woord ertussen, staat het antwoord al: “Een breed betonnen gebouw, vijf verdiepingen hoog, een eindje van de weg aan de rand van het vliegveld.”
Tim Krabbé speelt een vernuftig spelletje met zijn lezers. Constant houdt hij dingen achter of verschuilt hij zich in vage formuleringen om op een later, met zorg uitgekozen, moment de informatie achteloos prijs te geven. Hij geeft snel gas, of neemt juist snelheid terug tot een tergend trage pas. Er staat niets voor niets. Geen terloopse metafoor - 'de hitte viel over hem heen als een barnsteendruppel die hem eeuwig zou vasthouden' - blijft zonder betekenis voor de ontknoping.
Het strakke keurslijf van de thriller houdt ontegenzeggelijk de aandacht gevangen. Krabbé vertelt het verhaal van de moord op een man en een vrouw met een Nederlands paspoort op een parkeerplaats (aan de voet van het gebouw uit de tweede zin) in de Aziatische staat Ratanak, die met harde hand wordt geregeerd door de communistische dictator Generaal Sophal, 'Werker Nummer Eén'. De plot lijkt losjes geboetseerd naar de situatie in Singapore, waar de drugskoerier Johannes van Damme een aantal jaren geleden werd terechtgesteld.
Naast een klassieke whodunit is 'De grot' vooral een speurtocht naar de motieven van de belangrijkste personages, die zich op de valreep een vergeten liefde lijken te herinneren. Waarom laten deze twee, op het oog haast doorsneemensen zich in met de drugssmokkel in een land, waar de doodstraf nog kort tevoren een Nederlands slachtoffer heeft geëist?
Het antwoord ligt besloten in de persoonlijke geschiedenis van de man en de vrouw. Met grote precisie trekt Krabbé lijnen terug in de tijd, waarin De Een en De Ander elkaar ontmoeten. Hij voert ons terug naar de jaren zestig, naar een jeugdkamp in de Ardennen, waarin de twee zowel de liefde voor elkaar als voor stenen (zij gaat ze verzamelen, hij wordt geoloog) ontdekken. De 'barnsteendruppel' valt op zijn plaats.
Voor de verklaring van hun latere, criminele gedrag valt Krabbé terug op de vaste noodlottige factoren van de thriller. Naast de onvervulde liefde speculeert hij op de tomeloze nieuwsgierigheid, waarmee hij zijn gretige publiek zo plagerig naar het einde lokt. Egon Wagter, de man die op de parkeerplaats in Ratanak afrijdt met een koffer vol drugs in zijn achterbak, blijkt ook die zucht naar het onbekende te bezitten. Hoewel Egon een intelligente, afwachtende man is, knaagt er toch iets aan hem: “Soms verlangde Egon daarnaar - te zijn zoals zij waren, iets geheimzinnigs waarnaar gegist werd, en dat de achterblijvers van huiver vervulde”. Uit ergernis dat zijn carrière als geoloog is gestrand en zijn relatie is mislukt, geeft hij toe aan de verlokkingen van de geheimzinnigheid.
Net als in 'Het gouden ei', Krabbés meest succesvolle roman, zorgt een kwade genius ervoor dat de hoofdpersoon onderduikt in het onbekende. In 'Het gouden ei' laat Rex zich overhalen door Lemorne, de ontvoerder en moordenaar van zijn vrouw Saskia, hetzelfde lot te ondergaan. Enkel en alleen omdat Rex het niet kan verdragen niet te weten wat er met Saskia is gebeurd, eindigt hij in een grafkist onder de grond. Levend begraven.
In 'De grot' wordt de sleutelrol in de driehoeksrelatie tussen de man, de vrouw en het kwaad vervuld door Axel van de Graaf. Als Axel als jongetje wordt gevraagd wat hij later wil gaan doen, antwoordt hij: “Mislukken”. Dit subversieve personage heeft de gave mensen te laten willen wat híj wil. “Doen alsof je het voor het zeggen hebt.” En dat werkt. Zijn talenten nemen niet alleen Egon voor hem in, maar brengen Axel ook aan de top van de onderwereld.
Binnen de opzet van de roman is de dodelijke vriendschap tussen de crimineel en de idealistische intellectueel maar net te begrijpen. Krabbé weet goed hoeveel hij moet prijsgeven om iets, even in een strakke alinea, aannemelijk te maken. Toch wreken zich juist hier de beperkingen van de thriller, of in elk geval de koele manier waarop Krabbé het genre beoefent. Want te midden van al die soepele cliffhangertjes, die haken naar de volgende regel, blijven de karakters in feite houten marionetten, waar nog geen splintertje aan uitsteekt.
Het heeft er alle schijn van dat Krabbé zich dit wel bewust is, maar dat het hem simpelweg geen bal kan schelen. Hij houdt het opzettelijk bij een decor van realiteit. Alleen de decorstukken die hij kan gebruiken, staan op het podium. Bovendien snijdt Krabbé elke verwijzing naar of verwantschap met andere literatuur, filosofie of kunst resoluut uit zijn boek. Het moet toch moeite hebben gekost zelfs niet te knipogen naar de grot van Plato, waarin de schimmen op de wand ten onrechte voor de werkelijkheid worden aangezien.
Bij Tim Krabbé weet je wat je krijgt. Een knap geconstrueerde thriller zonder diepzinnige poespas. Zijn stijl blijft altijd voorspelbaar onvoorspelbaar. Desondanks was ik op de laatste bladzijden oprecht geïmponeerd door het mooie beeld van de grot, waar hij het hele boek naar toe had gewerkt. Door een 'geologisch venster' zet Krabbé zijn verhaal nog eens in perspectief, keert hij de tijd voor de laatste keer om. Geïmponeerd was ik, maar niet ontroerd. Zijn roman is als zijn eigen barnstenen metafoor: door lang slijpen en druppelen van een mooie vorm, maar in wezen koud en ondoordringbaar.
Bronverwijzing : http://www.trouw.nl/tr/nl/4512/Cultuur/article/detail/2553081/1997/11/14/Bij-Tim-Krabbe-weet-je-wat-je-krijgt.dhtml
Voor deze bestseller van Tim Krabbe heb ik de toets 'Thema & Motieven' gemaakt. Er was dus geen verdere verwerkingsopdracht toe te passen op dit boek.
Het Gouden Ei is een heel mooi en spannend boek, er zitten veel onverwachtse wendingen aan en dat maakt het continu leuk om te lezen. Ik hou persoonlijk van veel spanning en actie, en ik kon niet stil blijven zitten bij dit boek. Tim Krabbe heeft een mooie schrijfstijl en ik vind ook dat in het boek goed naar voren komt hoe sterk liefde kan zijn en wat men over zou hebben voor de waarheid en voor een geliefde. Het is een realistisch boek, waarin zowel de liefde als het kwaad belangrijke rollen spelen.

